Wat als we het perspectief kantelen?
Als 'hard werken' een vluchtpatroon is, een reactief patroon, als re-actie op een gevoel van existentiële leegte, een gevoel dat je liever niet wil voelen, is het van belang om de oorzaak van dat leegtegevoel op te sporen.
De oorzaak van die leegte ligt vaak in de 'separatie' die wij zelf creëren, omdat 'doorvoelen' van de leegte té pijnlijk is.
Als dat klopt, ligt er een oplossing in het wél doorvoelen van de leegte én in het ombuigen van die separatie.
Anders gezegd: je bent weggevlucht van datgene wat je blij KON maken, van wat je gemoedsrust KON geven, van alles wat ervoor kon zorgen dat je jezelf niet hoefde te verdoven en je bent gaan geloven dat het vluchtmiddel voor jou 'de oplossing' is.
Terwijl 'de oplossing' in de omgekeerde beweging zit: verbind je opnieuw met datgene wat je blij kan maken, met wat je gemoedsrust geeft: dan hoef je jezelf niet meer te verdoven met drukdrukdruk doende zijn...
En doe dat ZONDER daar voorwaarden aan te koppelen:
Zeg dus niet: 'ALS ik maar meer gemoedsrust zou ervaren in mijn leven,
dan zou ik me beter voelen',
maar kantel het als volgt:
'als ik mezelf toesta om me goed te voelen, dan ervaar ik gemoedsrust'
De logische vraag die daarop volgt, is dan deze: wat is er HIER EN NU nodig voor jou om je goed te kunnen voelen? Of nog:
Waar word jij blij van in het leven?
Wanneer mensen op het eind van hun leven gevraagd worden naar wat ze anders hadden willen doen, antwoordt niemand dat ze graag harder hadden willen werken... Wel integendeel. Bronnie Ware noteerde antwoorden van haar palliatieve patiënten in haar boek 'The Top Five Regrets of the Dying: A Life Transformed by the Dearly Departing':
- I wish I'd had the courage to live a life true to myself, not the life others expected of me
- I wish I hadn't worked so hard
- I wish I'd had the courage to express my feelings
- I wish I had stayed in touch with my friends
- I wish I had let myself be happier
Jammer genoeg stellen weinig mensen zich dit soort vragen preventief, 'bij leven'.
Doen ze dat wel - bijvoorbeeld in het kader van een coachingstraject, of omdat ze met een pittig kantelpunt in hun leven geconfronteerd worden zoals een onverwacht afscheid of ziekte - dan zijn dit hun antwoorden:
- ik wil graag meer tijd doorbrengen met geliefden
- ik wil fysiek actief kunnen zijn en niet de hele tijd exclusief in mijn hoofd leven, achter een scherm verborgen zitten of achter machines moeten staan
- ik wil de eenvoudige dingen des levens meer waarderen
- ik wil in het groen, in de natuur zijn, of me omringd weten door andere schoonheid in de vorm van kunst of cultuur
- ik wil sociale contacten mogen en kunnen leggen én tijd maken om ze te onderhouden
- ik wil mogen lummelen en spelen, zonder resultaatsverbintenis
- ik wil minder 'moeten'...
- ik wil mogen leren, voor het plezier van het leren, niet omdat dat moet
- ik wil graag 'goed doen', voor anderen en voor mezelf want dat voegt waarde toe aan mijn leven
- ik wil rust, gemoedsrust, content kunnen zijn met mijn leven zoals het vandaag is
- én ik wil mogen bijdragen, op mijn manier...
- ik wil liefde geven en ontvangen, ik verlang naar erkenning voor wie ik ben en wat ik doe, ook als ik tijdelijk niet veel KAN doen...
Waarom leven we dan niet vaker op die manier?
Ik verdenk ons ervan dat we zijn gaan geloven dat we bovenstaande vraag beter niet kunnen stellen, uit angst voor het antwoord. Want we zijn ondertussen zo verslaafd geraakt aan het vluchtpatroon - hard werken - dat we de gedachte aan 'minder werken' amper durven toelaten...
Want nu komt het angeltje: we leven niet op een eiland, we leven in een CONTEXT die grote impact heeft op ons denken en doen.
En in die omgeving is het riedeltje 'dat hard werken nu eenmaal ons lot is, als we tenminste een beetje 'n fijn leven willen leiden' er stevig ingeprent, ondermeer gevoed door een dominant economisch paradigma dat in onze contreien kapitalisme heet en ons aanmoedigt om steeds meer te produceren én te consumeren.
Het resulteert voor velen in deze bijzondere situatie:
We voeren jobs uit die ons ongelukkig maken, waardoor we dingen kopen die we niet nodig hebben, om indruk te kunnen maken op mensen die we niet meer kennen, laat staan leuk vinden...
En zo zijn we stilaan 'verslaafd' geraakt aan druk bezig zijn.
Niet verwonderlijk trouwens, in een wereld waarin 'druk bezig zijn' een statussymbool werd. Vraag maar 'ns aan iemand die op pensioen 'moet', hoezeer diens identiteit vervlochten is met de professionele rol die hij /zij /hen vervulde voorheen...
We lijden massaal aan drukverslaving en koopwoede,
zo massaal dat we ons er niet eens meer bewust van zijn
en dat wie dit durft aankaarten meteen MOET veroordeeld worden
en weggezet wordt als naïeveling, dromer, communist, anarchist: pick your choice...
KAN DAT ANDERS?
Ja, dat kan zeker.
De beste manieren die ik als kantelaar zie, is om te durven twijfelen en je eigen gedrag, overtuigingen en aannames voortdurend in vraag te stellen met vragen als deze:
1. Waarom lijd ik eigenlijk terwijl ik in een welvarende positie zit?
- Waardoor lijden wij zo massaal aan drukverslaving in onze welvaartsmaatschappij'?
- Zou de welvaartmaatschappij zelf mee aan de basis kunnen liggen van onze drukverslaving?
Hoe komt het bijvoorbeeld dat wij zo vaak het gevoel hebben in schaarste te leven - te weinig geld, liefde, voedsel, energie, grondstoffen, natuur, kennis, ruimte, stilte, aandacht, verbinding, spiritualiteit, vul maar in - terwijl er van dat alles EEN POTENTIEEL AAN OVERVLOED is, dat hooguit onrechtvaardig verdeeld is?
Zou het kunnen dat ons wereldbeeld en onze kijk op economie hier een rol in speelt?
Zou het kunnen dat we onszelf dan ook kunnen bevrijden van een juk dat we zelf gecreëerd hebben?
(Pssst: ik denk van wel ;-))
2. Waarom spreken we over arbeidstijd versus privétijd?
Toen we nog als jager-verzamelaars leefden, liepen werk en leven door elkaar en waren ze één:
- Waarom creëerden wij afgescheidenheid tussen die twee?
- Waarom spreken we over 'een balans vinden' tussen arbeidstijd & privétijd, over 'activiteit en productiviteit', terwijl arbeidstijd gewoon onderdeel is van onze - beperkte - tijd in een eindig leven?
Is onze kijk op tijd toe aan grondige herziening?
(Pssst: ik denk van wel ;-))
3. Waarom is het ene werk het andere niet?
Ook mogen we ons bewuster worden van het verschil in waardering voor werk dat meestal door mannen wordt gedaan en zorgtaken die meestal door vrouwen worden opgenomen. Opnieuw een vorm van ongelijkheid die voor meer strijd zorgt dan goed voor het geheel is.
Waarom laten we dat nog altijd toe? Dat we hiervoor kiezen, dat is toch al te gek?
(Pssst: het kan ook anders...)
4. Hoe dragen mijn huidige keuzes bij aan een beter leven?
Als een bepaalde strategie niet meer werkt, is de eenvoudigste oplossing: stel je strategie bij. Probeer iets anders, dat beter werkt.
Stel je dus de vraag: 'hoe dragen mijn huidige levenskeuzes bij aan een fijn leven?
En als ze dat niet (meer) doen, wat wil ik dan anders?'
5. Welke rol speelt 'taal', welke rol spelen verhalen en rolmodellen in dit alles?
Taal speelt een zeer grote rol want woorden creëren werelden. Daarom is het hoog tijd voor andere verhalen...
Hoog tijd voor andere rolmodellen ook. Andere voorbeelden waaraan we ons kunnen spiegelen. Meer diversiteit graag.
Want wat we de voorbije decennia als zaligmakend hebben aanzien, vraagt nu een te hoge tol. Individueel én maatschappijbreed. Kantelen die handel!
Recente reacties